Of een tabelpartitieversie wel of niet opgeslagen is in de SQL Server database is vastgelegd in de view dc_table_partition_versions_r
. In dit geval zijn geen rijen opgeslagen, waardoor er ook geen of steeds minder data zichtbaar zal zijn via de views.
De waarde van het veld wordt doorlopend afgeleid van de driverattribuut beta-store-facts-in-database
met de standaardwaarde “True” (documentatie).
Door te kijken in de tracelogs is te zien of de data gerepliceerd is in de database. Het voorkomen van traceberichten met code “itgendci136” geeft aan dat de data niet vastgelegd is in de database. In toekomstige releases zal dit ook te achterhalen zijn door een query uit te voeren op de Data Replicator eventlog; zoek hierbij op de melding “itgendci265”.
Het wel of niet vastleggen in het toekomstige diskformaat is vast te stellen door de aan- of afwezigheid in trace van berichten met de code “itgendci137”.
Geadviseerde stappen zijn daarom:
- Controleer in
SystemProviderAttributes@DataDictionary
dat de instelling op “True” staat. - Controleer de tracelogs op aanwezigheid van “itgendci136”. Indien deze voorkomt, dan is het vastleggen in de database uitgeschakeld.
- Controleer de waarde van
beta-store-facts-in-database
in het gebruiktesettings*.xml
-bestand.
Mocht de oorzaak hiermee niet achterhaald zijn, gelieve dan - na verwijdering van de vertrouwelijke gegevens - het gebruikte settings*.xml
-bestand als Antwoord toe te voegen.
Hoe activeer ik Tracelogs?
In de documentatie van Data Hub staan de trace opties beschreven. De basis is het instellen van drie omgevingsvariabelen:
-
INVANTIVE_TRACE_ACTIVE
optrue
zetten. -
INVANTIVE_TRACE_TO_FILE
optrue
zetten. -
INVANTIVE_TRACE_FOLDER
opc:\temp\mijn-map
zetten.
Bij de volgende herstart van een Invantive product op Windows, Linux en Mac zul je de tracebestanden zien verschijnen.
Hoe controleer ik de waarde van een driverattribuut?
Bij het aanmelden op de database met een Data Replicator repository kan de waarde opgevraagd worden met de query:
select code
, value
, default_value
from SYSTEMPROVIDERATTRIBUTES@DataDictionary
where code like 'beta-store-facts-%'
local export results as "c:\jobs\log\providerattributes.csv" format csv include technical headers
Er kan ook gekeken worden in het settings*.xml
bestand waarin de database gedefinieerd is.
De locatie van het bestand is te zien door bijvoorbeeld in het aanmeldscherm van het Invantive Query Tool te zweven met de muis boven de databasenaam.
De locatie van het bestand is in Invantive Data Hub te zien direct na het aanmelden bij de meldingcode itgenlom042
:
itgenlom014: Connection chosen: group\database
itgenlom042: Database definition taken from the file 'C:\Users\john.doe\Invantive\settings-acme.xml'.
itgenlom043: Database definition file was last modified on 13-11-2021 09:43:22 (UTC).
Voor meer informatie over settings*.xml
zie:
- Settings.xml XML-formaat voor virtuele SQL databases : formaatbeschrijving.
- Hoe vind ik %USERPROFILE%\invantive? : de standaardlocatie.
Vanaf 20.2.240 is het ook mogelijk de locatie van settings*.xml
op te vragen met:
select SETTINGS_FILE_NAME_PATH
from SYSTEMDATABASES@DataDictionary