Met alle producten die gebaseerd zijn op Invantive SQL kun je binnen een gebruikssessie maximaal 1 (virtuele) database tegelijk open hebben.
Echter, die ene database kan gelijktijdig meerdere verbindingen hebben naar verschillende platformen, bijvoorbeeld naar een abonnement op Exact Online Nederland en een abonnement op Teamleader. Je kunt ook twee of honderd verbindingen open hebben binnen die database naar verschillende Exact Online abonnementen binnen een land. Elke verbinding binnen de database noemen we een “data container”.
In relatie tot jouw vraag kun je inderdaad ook een database hebben met daarin zowel een verbinding naar Exact Online Nederland als een verbinding naar Exact Online België.
Wat is %USERPROFILE%
?
In deze uitleg wordt herhaaldelijk verwezen naar mappen die beginnen met %USERPROFILE%
. De meeste Windows-gebruikers kunnen deze notatiewijze niet, daarom een korte uitleg.
De schrijfwijze %NAAM%
verwijst naar zogenaamde omgevingsvariabelen.
Een omgevingsvariabele is een concept dat op vrijwel alle operating systems voorkomt. Een omgevingsvariabele heeft een naam en een waarde. Als de naam opgenomen wordt in statements, dan wordt die automatisch vervangen door de waarde. Dit maakt het mogelijk om een waarde eenmalig in te stellen voor een gebruiker of het hele systeem en daar telkens opnieuw gebruik van te maken. Mocht de waarde gewijzigd moeten worden, dan dient alleen de omgevingsvariabele aangepast te worden.
Operating systems hebben vaak een lijst van omgevingsvariabelen die automatisch een waarde krijgen of vrijwel altijd aanwezig zijn. Een bekende omgevingsvariabele op MacOS, Windows en Linux is PATH
. PATH
bevat een lijst van paden waarin gezocht wordt naar uitvoerbare programma’s.
Op Windows is er ook een omgevingsvariabele USERPROFILE
. Deze wijst naar de map waar het profiel van de huidige Windows-gebruiker staat. In cmd.exe
op Windows kan de waarde opgevraagd worden door de naam van een omgevingsvariabele in te voeren met een procent-teken (%
) er voor en er achter:
In bovenstaande afdeling is te zien dat de gebruiker gle3
op het apparaat WS212
een profielmap heeft in c:\users\gle3.WS212
.
Maar ook in de Windows Verkenner kunnen omgevingsvariabelen gebruikt worden. Door de naam in te voeren in de adresbalk en op Enter te drukken wordt genavigeerd naar de profielmap:
met als resultaat:
Duidelijk zichtbaar in de bovenstaande afbeelding is het Invantive-logo. Dit is de standaardmap waarin configuratiebestanden staan. De Invantive-map wordt in de rest van de tekst geschreven als %USERPROFILE%\invantive
.
Niet-wijzigbare Lijst Databases uit Discovery
Standaard maakt Invantive Control for Excel een lijst van ongeveer 75 databases. De definities daarvan staan in het bestand %USERPROFILE%\invantive\settings-discovery-VERSIE.xml
. Het opvoeren van deze databases gebeurt tijdens de “Discovery” of “Ontdekkingstocht”. De discovery draait tijdens het eerste gebruik en daarna na bij elke upgrade of elke drie maanden.
Het bestand %USERPROFILE%\invantive\settings-discovery-VERSIE.xml
is niet bedoeld voor wijziging door gebruikers. Het bestand wordt automatisch vervangen bij een upgrade waarbij eventuele handmatige wijzigingen verdwijnen.
Eigen Database Definities
Meer informatie over eigen databasedefinities is te vinden in Settings.xml XML-formaat voor virtuele SQL databases.