Als ik in de Start Up SQL kies voor een administratie nummer d.m.v. use xxxxx@eol, xxxxxx@eol krijg ik nog steeds alle administraties te zien in Power BI. De Universal SQL toont wel alleen de geselecteerde administraties:
1 like
Mogelijk de oorzaak van het verschil is dat de Startup SQL zoals gedefinieerd binnen Invantive Cloud op de virtuele database alleen uitgevoerd wordt indien de database geopend (“gestart”) wordt. Latere wijzigingen in de Startup SQL worden niet verwerkt in reeds geopende databases.
Zodra een database benaderd is op Invantive Bridge Online is er geen automatische manier om hem weer te sluiten.
De verbinding met de database wordt gesloten bij:
- verstrijken van tijd zonder activiteit (afhankelijk van keuzes van Invantive, momenteel 10 minuten), en/of
- gebruik van “Reset cache” op de betrokken server (meestal Invantive Bridge Online of Invantive App Online).
Daarnaast is het afhankelijk van de herkomst van gegevens of de wijziging toegepast is. De startup SQL werkt alleen op data die vers uit de database komen. Data die uit een cache komen zullen opgesteld zijn met een andere instelling qua Startup SQL en kunnen dus andere partities bevatten.
De tweede mogelijke oorzaak kan opgelost worden door:
- wachten totdat relevante caches verlopen zijn volgens hun cache-instellingen op het moment van samenstelling, en/of
- gebruik van “Reset cache” op de betrokken server (meestal Invantive Bridge Online of Invantive App Online).
Merk tenslotte op dat een cache levensduur van 0 seconden niet mogelijk is. Afhankelijk van het abonnement en de instellingen zal een hogere minimumwaarde gekozen worden.
Het gebruik zonder cache is wel mogelijk zoals beschreven in Realtime OLTP verzoeken via OData4 voor Power Apps en Power BI.
Dit lijkt overigens wel goed mee te komen in de GL Classificaties en Transacties maar niet in de divisie tabel van Exact. Wat is de reden hiervan?
Advies is om de eerder beschreven logica te volgen om dit te analyseren.