Meer vastgoedterminologie
Meer vastgoedtermen zijn te vinden op:
- A deel 1: Vastgoedterminologie Definitielijst [A 1/2]
- A deel 2: Vastgoedterminologie Definitielijst [A 2/2]
- B: Vastgoedterminologie Definitielijst [B]
- C en D: Vastgoedterminologie Definitielijst [C-D]
- E-G: Vastgoedterminologie Definitielijst [E-G]
- K-H: Vastgoedterminologie Definitielijst [H-K]
- L-O: Vastgoedterminologie Definitielijst [L-O]
- P-R: Vastgoedterminologie Definitielijst [P-R]
- S-T: Vastgoedterminologie Definitielijst [S-T]
- U-V: Vastgoedterminologie Definitielijst [U-V]
- W-Z: Vastgoedterminologie Definitielijst [W-Z]
CAD
Computer Aided Design, met een computer veveerdigd ontwerp.
CAD-tekenaar
Persoon die met behulp van een computer een tweedimensionale werktekening voor een product op basis van ontwerpgegevens zoals bijvoorbeeld maatvoering en materiaalsoort maakt.
Caisson
Verdiept liggend ornamenteel paneel aan plafonds, gewelf en koepels.
Caissonmethode
Methode die gebruikt wordt om een tunnel af te zinken. Zinktunnels bestaan uit tunnelelementen die in een droogdok worden gebouwd en aan beide kopeinden worden afgesloten.
Caldarium
Zaal met gelegenheid tot het nemen van een warmwaterbad in de Romeinse thermen.
CAM
Computer Aided Manifacturing, met computer geassisteerde productie
Campanile
Italiaanse naam voor een (vrijstaande) klokkentoren.
Canelure
verticale groef in zuil
Cannelures
De verticale groeven in een zuilenschacht.
Cannelurevulling
Akoestisch / Themisch geïsoleerde vulling voor geprofileerde staalplaten.
Caravan carports
Een speciaal voor caravan of camper ontwikkelde carport, waarbij het dak niet plat is maar in een punt gebouwd wordt in de contouren van de caravan of camper.
Carbolineum
Houtbeschermende vloeistof, de dampen kunnen luchtwegirritaties en/of brandplekken op de huid veroorzaken.
Carport
Afdak om een auto onder te stallen.
Cartouche
Door kruisversiering omlijst schild, meestal met een opschrift of heraldisch motief.
Caryatide of kariatide
Gebeeldhouwde vrouwenfiguur, die als ondersteuning gebruikt wordt in plaats van een zuil.
Cassette
Zie: caisson.
Cassettevloer
in het werk gestorte vloer met aan de onderzijde in twee richtingen een ribbenpatroon
Celfunctie
Gebruiksfunctie voor dwangverblijf van mensen.
Cella
Hoofdruimte van een klassieke tempel.
Cellenbeton
Een lichtgewicht bouwsteen gemaakt van rivierzand, kalk, portlandcement en water waar tijdens het productieproces een cellenvormend middel aan wordt toegevoegd.
Cellenbetonzaag
Zaag met grote tanden voor het zagen van cellenbeton.
Cellengebouw
Gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin twee of meer celfuncties liggen, die zijn aangewezen op een of meer gemeenschappelijke verkeersroutes.
Cel-/overheidsfunctie
Gebouwen met een functionele bestemming betrekking hebbend op de verschillende soorten overheidsfuncties.
Cement met zeer lage hydratatiewarmte
cement met zeer lage hydratatiewarmte (= 220 J/gr na zeven dagen en getoetst volgens EN 196-8)
Cementmelk
zie: dementbrij
Cementpap
zie: dementbrij
Cementwater
zie: dementbrij
Centerpen
Pen die men gebruikt om de bekisting tijdens het betonstorten op zijn plaats te houden
Centerpon
Zie: boorcenter.
Centraalbouw
Symmetrische bouwaanleg rondom een verticale as.
Centrale verwarming kachel
Een verwarmingssysteem waarbij via een warmte overbrengend medium warm water, lucht of stoom wordt overgebracht via bijvoorbeeld radiatoren en zo een ruimte kan verwarmen.
Chamottesteen
Vuurvaste steen van gebakken klei die wordt gebruikt voor het bekleden van open haarden en schoorstenen.
Chemisch anker
Een anker gevormd door een chemische reactie van de geïnjecteerde stof, waarbij de sterke verbinding ontstaat na uitharding.
Chemisch voorgespannen glas
Floatglas waarvan het oppervlak chemisch versterkt is door de uitwisseling van ionen bij hoge temperatuur om het een zeer grote mechanische weerstand te geven.
Chemische reiniging
Door gebruik van een borstel of vernevelaar het chemische product aanbrengen en met een hogedrukreiniger naspoelen van de gevel.
Chevet
Franse benaming voor het geheel van apsis, kooromgang en straalkapellen in een gotische kerk.
Chevron
zie: keper
Churrigueresk
overdadige Spaans-barokke bouwstijl
Circus
On de Romeinse architectuur een langwerpig en smal bouwwerk met afgeronde einden en oplopende bankenrijen ter weerszijden rond de centrale ruimte.
Cirkelzaag
Een machine met een zaagblad in de vorm van een stalen schijf die met behulp van een motor op een zeer hoog toerental wordt aangedreven.
Ciseleren
zie: beitelen
Civiel technische gebouwfunctie
Gebouwen gekoppeld aan een civiel-technisch bouwwerk met als doel dit bouwwerk te kunnen gebruiken.
Civiele werken
Bouwwerken met betrekking tot een civieltechnische werken, waaronder wegen, bruggen, kabels en leidingen.
Clerestorium
Zie: lichtbeuk.
Coating
Deklaag die de definitieve uitstraling geeft.
Coeverdak
Een schubvormig gedekt leiendak.
Cohesie
De een onderlinge aantrekking van moleculen van een zelfde stof.
Colonnade
Zuilenrij die hoofdgestel of bogen draagt.
Combinatievloer
Vloertype, opgebouwd uit meerdere balkjes met daartussen aan te brengen vulelementen, veelal uitgevoerd in EPS; in het werk wordt hierop een betonnen druklaag aangebracht.
Compactkeuken
Een kleine compacte keuken waar voornamelijk op basis van convenience goederen wordt gekookt, dan wel geregenereerd.
Complex
een verzameling van meerdere bij elkaar behorende bouwwerken.
Component
een fysiek object met een specifieke prestatie, samengesteld uit bouwtoeleveringsproducten, met gebruikmaking van arbeid en materieel.
Componentenlakken
:ak die bestaat uit verschillende delen die, na menging, door een chemische reactie uithard.
Composierorde
vijfde klassieke bouworde
Compressor
Apparaat dat lucht (of een ander gas) onder hoge druk brengt. Die druk wordt gebruikt voor het aandrijven van gereedschap of een machine.
Condensatie
Het van gas- of damp-vorm overgaan naar vloeibare vorm.
Console
Vooruitspringende balk met ondersteunende functie. Bijv galerijvloer of balkon.
Constructiebankwerker
Persoon die machinaal stalen pijpen, platen, buizen of staalconstructies boort, slijpt, aftekent en last.
Constructief
In overeenstemming met, beantwoordend aan, de eisen van de constructie.
Constructie-onderdeel
een onderdeel van de constructie van een bouwwerk.
Contrefort
Zie: steunbeer.
Contrescarp
In de vestingbouwkunde de van de vesting afgekeerde grachtboord.
Controlegetallen
Kengetallen die gebruikt kunnen worden ter controle van een opgestelde begroting.
Convectie luchtstromen
Lucht die wordt verwarmd warmer dan de omgeving en daarna door de woning wordt geblazen. Vaak gebeurd dit via roosters weggewerkt in de vloeren.
Convectiewarmte
Lucht in de ruimte wordt verwarmd door een verwarmingssysteem en de ruimte ingeblazen richting plafond. Wanneer de warme lucht zakt koelt het af en wordt het opnieuw aangezogen en verwarmd.
Convector
Een verwarmingssysteem waarbij metalen lamellen haaks op de lengterichting zijn bevestigd met als doel luchtcirculatie op gang te brengen waarmee koele lucht wordt verwarmd.
Convector verwarming
Verwarmingsapparatuur dat door middel van natuurlijke en gedwongen convectie de lucht in een ruimte verwarmt en circuleert.
Convectorput
Een verwarmingselement wat niet in zicht komt maar in de vloer wordt gebouwd met roosters.
Cordon
Horizontale geleding of band in een bouwwerk van natuursteen
Cordonlijst
vooruitstekende lijst / uitstekende laag stenen
Corrosie
Aantasting van metalen door oxidatie.
Courtinemuur
Bij een middeleeuwse burcht de muur tussen de waltorens of bolwerken, voorzien van een weergang en borstwering.
CO2-detectie
Detectie van de hoeveelheid CO2 in een ruimte.
CPO
Collectief particulier opdrachtgeverschap
Cradle to Cradle voor de bouw
demontabel ontwerpen en uitsluitend materialen toepassen die herbruikbaar zijn
Craquelé
Kleine barstjes in de verflaag, ontstaat door het aanbrengen van de afdeklaag, vóórdat de onderlaag voldoende is gedroogd.
Crypt
Een gewelf onder het koor van een kerk, waardoor de vloer van het koor hoger is dan die van het schip.
Cyclopische muur
In de prehistorische (Griekse) bouwkunst muurwerk van opeengestapelde grote en onregelmatige keien zonder metselverband.
DAB
Dicht Asfaltbeton
Dag
De ruimte aan de binnenzijde van een wandopening.
Dagkant
De muren aan de binnen zijde van een deur- of raamopening.
Dagkant
De zijde van de dag loodrecht op de wand
Dagkanten
De muren aan de binnen zijde van het kozijn, of de deur.
Daglichtopening
Doorzichtig deel van een scheidingsconstructie, waardoor toetreding van daglicht tot een ruimte mogelijk is.
Daglichtopening
een opening door welke daglicht in het gebouw kan toetreden.
Dagmaat
De muren aan de binnen zijde van een deur- of raamopening.
Dagmaat
De binnenwerkse maat van een wandopening, ook wel dagzijde of dagvlak.
Dak
Een bovenafsluiting van een gebouw bestaande uit één of meer horzintale of hellende vlakken.
Dakbeschot
De afsluitende laag van de dakconstructie, waar de dakbedekking op rust.
Dakdoorvoer
Waterdichte passende plaat met pijp in de dakbedekking voor ventilatie- en rookkanalen.
Daken
De verzameling van constructieve en niet-constructieve daken, zowel hellend als vlak, die de begrenzing van het gebouw aan de bovenzijde vormen.
Dakkapel
Een uitstekend dakvenster welke geplaatst is op een hellend dak. Een dakkapel bevindt zich meestal op een woning en is bedoeld om de nuttige ruimte in een kap te vergroten.
Dakopstand
De verhoogde dakrand bij een plat dak.
Dakpan
dakbedekking van gebakken klei of gevormde beton.
Dakruiter
Torentje op de nok van een gebouw.
Dakschild
Een dakschild wordt ook wel een dakvlak genoemd en is dat deel die de vorm van het dak bepaalt.
Dakspar
Zie: keper
Dakstoel
Een constructie om een dak te ondersteunen, haaks op het te ondersteunen dakvlak.
Daktrim
Aluminium profiel op een dakrand, meestal gebruikt als afwerking.
Dampremmende laag
Een folie die aan de binnenzijde van een constructie dat damptransport door de constructie verhindert.
Daylighting
Effect van heroriëntering van het zichtbare licht door reflectie op reflecterende en richtbare oppervlakken. Wanneer dit systeem in de beglazing is ingewerkt ontstaat er een betere verspreiding van het licht in de ruimtes waarbij schittering vermeden wordt.
Deambulatorium
Kooromgang in een romaanse kerk.
Deelzuiltje
Zuil die vensteropening in twee delen verdeelt.
Definitief ontwerp
het ontwerp dat is aanvaard door de opdrachtgever en op basis waarvan de documenten ten behoeve van de aanbesteding en/of uitvoering kunnen worden gemaakt.
Definitief-ontwerpbegroting
Begroting die in de fase van het definitief ontwerp van een bouwproject op basis van oplossingen en prijzen wordt gemaakt
Dehydraterend
Product, meestal op basis van een moleculaire zeef of silicagel, in de afstandshouder van de isolerende beglazing om de dehydratie te garanderen van de lucht- of gasspouw.
Dekkend
Eigenschap van een verf de ondergrond af te dekken.
Dekkracht
Het vermogen om andere kleuren in de ondergrond weg te werken.
Detaillering
De vormgeving van de verschillende elementen van een bouwwerk en de wijze waarop deze met elkaar zijn verbonden.
Deuvel
Rond houten staafje, dat in twee aan elkaar te verbinden houten elementen in een rond gaatje wordt gelijmd, waardoor een goede verbinding ontstaat. Voornamelijk bedoeld om verschuiven te voorkomen.
Diagonaalrib of diagonaalboog
Een diagonaal lopend gewelfrib of graat.
Diamantgewelf
Een type gewelf.
Dicht asfaltbeton
Traditionele en meest toegepaste toplaag.
Dilatatie
Ontworpen bewegingsvoeg om uitzetting en krimp tussen bouwdelen op te vangen.
Dilatatievoeg
Een voegconstructie die het mogelijk maakt, dat verschillende onderdelen van een gebouw onafhankelijk van elkaar kunnen krimpen, uitzetten of zakken.
Directiebegroting
Begroting die in de besteksfase van een bouwproject door de opdrachtgever als zodanig wordt aanvaard.
Distributiekeuken
Vanuit de distributiekeuken worden de maaltijden verdere binnen de instelling verdeeld.
Domotica
technologie om elektronica-toepassingen en automatisering te integreren in de woning.
Donjon
Middeleeuwse woontoren ter verdediging van een burcht.
Doorgeefkeuken
Een keuken waar geen bereiding plaatsvindt, maar die om logistieke redenen uitsluitend gebruikt wordt voor het doorgeven.
Doorlaat van een daglichtopening
De projectie van de daglichtopeningen die als een geheel worden beschouwd (NEN 2057).
Doorslaand vocht
Vocht dat door een wand sijpelt.
Doorzichtig
Licht doorlatend zodat voorwerpen door het materiaal waargenomen kunnen worden.
Dorische orde
De oudste van de drie Griekse bouworden.
Dosse
Versnijdingsvorm van fineer.
Draadnagel
Machinaal vervaardigde spijker van getrokken staaldraad met opgestuikte kop. Sedert ca. 1830.
Draadnagel
Een machinaal vervaardigde spijker van getrokken staaldraad met opgestuikte kop.
Draaibank
Een machine waarmee cilinderormide werkstukken kunnen worden bewerkt door deze rond te draaien en hiertegen stilstaande bijtelse te dukken.
Draaikiepdeur
Kan zowel in een kiepstand en ventilatiestand gezet worden als compleet geopend worden.
Draaikiepraam
De vleugel van het raam kan kiepen, als ventilatiestand, maar kan ook helemaal opengezet worden.
Draairichting
De aangifte hoe deuren geopend kunnen worden.
Drieblad
Motief van drie cirkels met puntige uiteinden die als geheel omsloten is.
Driebladboog
Boog gebaseerd op een drieblad.
Driefasennet
Distributienet voor elektriciteit waarbij de transformator aan de secundaire zijde vier leidingen heeft, drie fasenleidingen en een nulleiding. Spanning tussen de fase en nul is ca. 230V, de spanning tussen de fase is 400V. Standaard in Europa.
Driekiezoor / Drieklisoor
Driekwart metselsteen.
Drieling
Een gesmede ijzeren nagel of spijker van 65 mm onder andere voor het bevestigen van dakbeschot.
Drielob
Motief van drie cirkels met open onderkant.
Drielobbige hoefijzerboog
Boogtype met drielob en hoefijzervorm in een.
Drielobboog
Boogtype met drielob als vorm.
Driepas
Motief van drie cirkels die geheel omsloten is.
Driesnuit
Motief van drie visblazen in een cirkel.
Drijfsteen
Lichte bouwsteen, vervaardigd van lichtgewicht toeslagstoffen zoals bims (vulkanisch puinsteengruis), gebonden met Portlandcement. Blijft door de in bims opgesloten lucht op water drijven, in tegelstelling tot de van hoogovenslakken gemaakte stenen. Wordt foutief wel tufsteen genoemd.
Drilboor
Een pneumatisch aangedreven boor waarmee een beitel wordt aangedreven die op en neer gaat.
Drinkwatervoorziening
een voorziening voor de menselijke consumptie en hygiëne geschikt water.
Drive-in woning
Huis met een inpandige garage op de begane grond. De woonkamer, op de eerste verdieping, grenst daardoor niet aan de tuin.
Droge blusleidingen
een voorziening ten behoeve van het bestrijden van brand.
Droge verbinding
Een op het werk gemaakte verbinding tussen twee prefab betonelementen of tussen een prefab element en een in het werk gestort betonnen constructieonderdeel. De elementen worden vrij opgelegd, via nokken o.i.d verbonden, of gelast, of met bouten verbonden.
Druksterkte
Spanning waarbij een materiaal bezwijkt onder drukbelasting, uitgedrukt in N/mm².
DUBO
Oude lengtemaat, ter grootte van de breedte van de menselijke duim, ongeveer 2,5 cm. De duim was verdeeld in 8, 10 of 12 onderdelen, die soms greinen, lijnen of strepen werden genoemd, terwijl er 10, 11, 12 of 13 duimen in een → voet gingen. Enkele van de bekendste duimen zijn: Amsterdamse duim (2,573 cm), Rijnlandse duim (2,616 cm) en de Engelse duim (2,54 cm). Bij de invoering van het metrieke stelsel in 1820 werd de duim gelijk gesteld aan de centimeter. In het bouwvak wordt de term daarvoor nog wel gebruikt.
Duimstok
Opvouwbare meetlat
Duivejager
Profilering aan houten ramen, kozijnen en balklagen, bestaande uit een ingesnoerde kwartronde overgang tussen twee haaks op elkaar staande vlakken van het hout.
Duo woning
Combinatie van twee woningen of wooneenheden waarbij enkele voorzieningen gemeenschappelijk worden gebruikt.
Duurzaam produceren
Het nu en in de toekomst maatschappelijk verantwoord produceren.