Meer vastgoedterminologie
Meer vastgoedtermen zijn te vinden op:
- A deel 1: Vastgoedterminologie Definitielijst [A 1/2]
- A deel 2: Vastgoedterminologie Definitielijst [A 2/2]
- B: Vastgoedterminologie Definitielijst [B]
- C en D: Vastgoedterminologie Definitielijst [C-D]
- E-G: Vastgoedterminologie Definitielijst [E-G]
- K-H: Vastgoedterminologie Definitielijst [H-K]
- L-O: Vastgoedterminologie Definitielijst [L-O]
- P-R: Vastgoedterminologie Definitielijst [P-R]
- S-T: Vastgoedterminologie Definitielijst [S-T]
- U-V: Vastgoedterminologie Definitielijst [U-V]
- W-Z: Vastgoedterminologie Definitielijst [W-Z]
Sacristie
Een ruimte die bij een kerk hoort en wordt gebruikt voor het onderbrengen van gewaden en religieuze gebruiksvoorwerpen.
Samengestelde betonconstructies
Betonconstructies, opgebouwd uit verschillende samenwerkende delen.
Sandwichelement
Prefab wand- of dakelement waarbij de volledige opbouw met in ieder geval de isolatie met aan wwerzijde een dekplaat in het element is opgenomen.
Saneren
het verwijderen van zwaar verontreinigde grond en verwijderen of schoonmaken van minder verontreinigde grond
Satellietkeuken
Een vorm van doorgeefkeuken welke zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de centrale productiekeuken bevindt.
Sausen
Bestrijken van muren met een (kalk-achtige) verflaag waarbij de structuur van de ondergrond zichtbaar blijft.
Sauzen
Het bestrijken van een muur met latex waarbij na behandeling de structuur van de muur nog is te zien.
Schaafbank
Zie: vlakbank
Schaaldak
Dak met gebogen vorm. Tegenwoordig vaak toegepast in veel verschillende uitvoeringen.
Schacht
Verticale ruimte die over meerder verdiepingen is doorgetrooken om leidingen in de tevplaatsen.
Schacht
Het gedeelte van een zuil dat zich tussen basement en kapiteel bevindt.
Schacht, koker of kanaal
Een koker of een kanaal zijn voorzieningen voor het aanbrengen van middelen voor het vervoeren van personen of voor (het aanbrengen en geleiden van leidingen voor) distributie van stoffen of elektriciteit
Schakeldraad
De draad tussen de schakelaar en een elektisch apparaat waarop spanning geschakeld kan worden. Symbool T, kleur: Zwart.
Schalk
Drager in de vorm van een dunne half zuil of colonnet, geplaatst tegen of verheeld met de muur of pijler.
Schalk
Colonnet of halfzuil als flandering van een pijler.
Schalmgat
Het vrije, open gedeelte in een trappenhuis, ofwel het gat dat door de binnenbomen van een trap gevormd wordt.
Schanskorf
stalen korf gevuld met keien om een muur te creeren.
Scheiboog
Boog in een kerk die de middenbeuk scheidt van de zijbeuken.
Scheluw
Materiaal dat scheef of kromgetrokken is door vocht of droogte.
Scheluwdak
Een dak dat scheluw loopt. Dat wil zeggen een dakvlak dat niet tussen twee evenwijdige gevels is geplaatst.
Scheluwe trap
Een trap die begint of eindigt met een draaiing.
Scheurvorming
Kan in verschillende stadia tijdens het vervaardigen en het gebruik van betonconstructies optreden als gevolg van belasting, krimp, kruip of voorspanning.
Schilddak
Dak van een gebouw in de vorm van twee trapeziumvormige dakvlakken aan de lange zijde en twee driehoekige dagschilden aan de kopse kanten.
Schimmels
Levensvormen die uit cellen met een celkern, mitochondriën en een cytoskelet bestaan.
Schip
Het gedeelte van de kerk waar de gemeente zich verzamelt, geflankeerd door zijbeuken.
Schip
De ruimte van een kerk of kathedraal rondom het spreekgestoelte.
Schoefpaal
Een mbv. een schroefas in de grond gevormde, geluidsarme en trillingsvrije funderingspaal.
Schoffeye
Een houten stellage waarin een heiblok met behulp van haken aan een katrolwas is opgehangen.
Schoon beton
Beton waarbij vooraf bewust eisen zijn gesteld aan de esthetische kwaliteit van het zichtbaar blijvende oppervlak.
Schoon metselwerk
Metselwerk dat in het zicht mag blijven en waarop geen stucwerk wordt aangebracht.
Schoon werk
Zorgvuldig afgemaakt metselwerk, bestemd in het gezicht te komen (niet bedekt door pleisterwerk, betimmeringen, bespanning e.d.).
Schoonbeton
zie: zichtbeton
Schoongrond verklaring
Verklaring dat de bodem niet verontreinigd is. Ook wel bodemonderzoek of verkennend bodemonderzoek genoemd.
Schoor
Lat of plank die schuin wordt geplaatst als hulpmiddel bij het stellen van bijvoorbeeld kozijnen.
Schoor
zie: steun(punt)
Schoorsteen
Gemetselde en beklede ondersteuning (schoor) van de rookvanger boven een tegen de muur aangelegde stookplaats, de onderboezem voortzetting van de schouw. De huidige vorm (architraaf met lijst of tablet) is sinds midden 17e eeuw in zwang, naar gelang het gebruik van open vuur beperkt werd. In de middeleeuwen placht het rookkanaal over een deel van zijn hoogte naar buiten gemetseld te zijn, vandaar: schoorsteenstoel, -schacht, of -pijp, het boven het dak uitstekende gemetselde deel van het rookkanaal, rechthoekig of rond, ook (bij fabrieken) geheel vrijstaand.
Schoot
Een deel van het sluitwerk waarmee de een deur werkelijk wordt gesloten. Dagschoot wordt bedient met de deurkruk, de nachtschoot met de sleutel.
Schouderkozijn
Zie: melkmeisje.
Schraal beton
Beton met een laag cementgehalte.
Schranken
Uit het haaks verband verzakken (van een houten bouwsel, een kapconstructie, een kast e.d.), uit de rechte lijn wijken.
Schroef van Archimedes
Een buis met een een spiraalvormige schroef die door draaiing een vloeistof kan transporteren. Door de speciale vorm van de schroef kan de vloeistof niet teruglopen. Dit principe wordt in sommingengemalen toegepast.
Schroefpomp
Pomp voor het verpompen van vloeistoffen. Een schroefpomp bestaat uit een buis waarin een schroef draait die er uitziet als een scheepsschroef.
Schroefstempel
zie: stempel
Schroeien
Het fijn rimpelen van een verflaag door te snelle droging in de felle zon.
Schroevendraaier
Gereedschap waarmee schroeven in een materiaal gedraaid kunnen worden.
Schropput
Een op het riool aangesloten put in een stenen of tegelvloer om de vloer nat te reinigen en het water naar deze put te verplaatsen.
Schropzaag
Een zaag met een punt toelopend zaagblad voor het zagen langs gebogen lijnen of voor ronde gaten.
Schuifmaat
Voor het nauwkeurig opmeten van bijvoorbeeld staven, boren en gaten. De maat kan handmatig worden afgelezen in mm op twee decimalen nauwkeurig. Sommige schuifmaten zijn voorzien van een digitale aflezing.
Schuimbeton
Een uiterst lichtgewicht cementgebonden product, bestaande uit een matrix van cementsteen en kunstmatig ingebrachte luchtbelletjes, soms nog aangevuld met fijn toeslagmateriaal.
Schulpen
In de richting van de nerf van het hout zagen.
Schuurmachine
Een machine die hout door middel van schuren glad kan maken.
Scotia
Het holle deel van de voet van meestal een zuil.
SDS
Special Direct System, een kliksysteem voor boren of (decoupeer)zaagjes zodat deze snel gevestigd kunnen worden in de machine. Bosch heeft de licentie op deze techniek.
Self-service rail
Geleiderail op uitgiftecounters waarop de gast met zijn dienblad langs de uitgifte kan schuiven en zijn gerechten makkelijk mee kan nemen.
Semi-bungalow
Bungalow waarbij niet alle vertrekken op de begane grond liggen. Eén of meer kamers zijn ondergebracht in de kap.
Sendzimir
Koolstofstaal dat door een zinkbad gegaan is onmiddellijk na het walsen.
Seriematige woningbouw
Bepaalde mate van repetitie waardoor een prijsvoordeel voor de opdrachtgever ontstaat.
Serre
Glazen uitbouw met een woonfunctie.
Servicekosten
Kosten die een eigenaar of gebruiker van een appartement betalen voor het onderhoud en instandhouden van gemeenschappelijke ruimten.
Sheddak
Meerdere zadeldakken achter elkaar geplaatst met twee verschillende dakhellingen. In de steilste dakvlakken wordt meestal glas aangebracht. Synoniem: zaagdak.
Sierbestrating
Het gedeelte van het terrein dat wordt ingericht als plein of voetgangersgebied met bijzondere bestratingsmaterialisatie.
Sifon
Stankafsluiter waarbij de afsluiting wordt gerealiseerd door een waterslot waardoor er een lucht uit het riool de ruimte in kan komen.
Siliconenkit
Elastische kit voor het opvullen van sanitairvoegen, aansluitvoegen, dilletatievoegen e.d. Siliconenkitten kunnen veel beweging opvangen en hebben een lange levensduur. Siliconenkit is niet overschilderbaar.
Situ
Op de plaats zelf.
Skelet
Stijf samenstel van verticale stijlen en horizontale balken of liggers in een gebouw dat het geheel draagt. Daartussen of overheen zijn vloeren en wanden aangebracht. Een skelet kan van hout, gewapend beton of staal zijn.
Skeletbouw
Een bouwsysteem waarbij de draagconstructie voornamelijk bestaat uit een houten, stalen of gewapend betonnen skelet.
SKG
Stichting Kwaliteit Gevelbouw, onafhankelijk testinstituut bekend om het keurmerk voor het hang en sluitwerk van gevelopeningen.
Slaganker
Anker van roestvast of gegalvaniseerd staal die wordt bevestigd in het binnenspouwd met als doel het buitenspouwblad te verankeren aan het binnenspouwblad.
Slagplug
Een slagplug is een plug met schroef die in een voorgeboord gat met de hamer wordt ingeslagen.
Slagschaar
Zie: knipschaar
Slaper
Steunende ligger in een kapconstructie.
Sleufzaag
Zaag voorzien van een ronde neus met een fineervertanding. Een extra vertanding op de ronde neus maakt het mogelijk blinde sleuven en gaten te zagen.
Slib
Nog niet verharde vaste stoffen die door het water worden meegevoerd.
Slijpmachine
Een machine met een draaiende slijpsteen waarmee gereedschap, scharen en messen scherp kunnen worden gemaakt.
Slijptol
Zie: haakse slijper
Slijtlaag
Een laag die het slijten van een materiaal tegengaat.
Sloop inbouw
De sloop van de inbouw van een object: niet dragende wanden, afwerkingen, verlaagde plafonds e.d.
Sloop tot casco
De sloop van een object waarbij de bouwkundige constructieve in tact wordt gelaten, zoals de fundering, constrcutieve balken, liggers, dragende wanden en vloeren.
Sloop tot fundering
De sloop van een object waarbij de fundering incl. een eventuele kelder waarop het object is gesitueerd, behouden blijft.
Sloopafval
Afval dat vrijkomt bij het renoveren en slopen van gebouwen en andere bouwwerken.
Sloopwerken
Verzamelterm voor werkzaamheden die te maken hebben met het verwijderen van (een deel van) een bouwwerk.
Sluiting
Zie: kortsluiting.
Sluitpan
zie: bovenpan
Sluitsteen
Middelste steen van een gemetselde boog, vaak in natuursteen uitgevoerd.
Smeltveiligheid
Beschermd de bedrading of een elektrisch apparaat tegen schade door te hoge stromen. Bij een kortsluiting of overbelasting smeldt de smeltdraad waarmee de stroomkring wordt onderbroken.
Sokkel
Een blok steen dat het onderste deel vormt van een zuil of beeld.
Sondering
Activiteit van een grondonderzoek. Bij een sondering wordt een conus in de grondgedrukt die de weerstand meet waardoor de draagkracht van de grond kan worden bepaald.
Souterrain
Een verdieping die gedeeltelijk onder het maaiveld ligt
Spaarveld
Uitsparing of verdiept gedeelte in de dikte van een muurveld.
Spachtelputz
een sierschuurwerk met een fijne, middelgrove of grove korrel dat voornamelijk buiten wordt toegepast.
Spant
Houten of stalen (verticale) balk waarop het dakbeschot van een hellend dak wordt bevestigd.
Spant
Een houten of stalen constructie ter ondersteuning van de gordingen en het dakbeschot.
Spar
Zie Spoor
Specie
Dik mengsel van zand, water en cement om in de bouw te gebruiken, bijvoorbeeld bij metselen.
Speculatiebeding
Zie: anti-speculatiebeding.
Speelinrichting
Inrichting van een deel van een terrein als een veilig speelgebied voor kinderen.
Spie
Schuin toelopend stuk materiaal om iets te stellen of vast te zetten.
Spil
Verticale as waarin de treden van een wenteltrap met hun ene einde bevestigd zijn.
Spiltrap
Een wenteltrap waarbij alle treden aan een verticale spil zijn bevestigd.
Spitsboog
Een boogvorm van twee symmetrische cirkeldelen die elkaar in de top snijden.
Spitsboogvenster
Een venster met aan de bovenzijde de vorm van een spitsboog.
Spitstongewelf
Een spitsboogvormig tongewelf.
Splijttreksterkte
De treksterkte, bepaald met behulp van een splijtproef aan een kubus of cilinder.
Split Units
Luchtkoelsysteem waarbij de lucht in een bepaalde ruimte wordt gekoeld met een binnenunit die de warmte afstaat aan een buitenunit. Het systeem dient gecombineerd te worden met een ventilatiesysteem.
Spoelkeuken
De keuken/ruimte waar het vaatwerk (borden, bestek, keukengereedschappen, dienbladen etc. worden gewassen.
Sponning
Een gleuf of ruimte waarin of waartegen iets sluit.
Spoor
Betrekkelijk dun stuk hout, rond of rechthoekig van doorsnede, dat van de dakvoet tot de nok loopt en dat door middel van latten of dakbeschot de dakbedekking draagt. Vroeger werd ook van spar gesproken, welke term niets met de boomsoort te maken heeft. Er was veelal sprake van eiken sparren.
Sportfunctie
Gebruiksfunctie voor het beoefenen van sport.
Spouw
De ruimte tussen binnenblad en het buitenblad van een gevel gevuld met lucht.
Spouwanker
Anker van roestvast of gegalvaniseerd staal die wordt ingemetseld in zowel het binnen- en buitenspouwd met als doel het buitenspouwblad te verankeren aan het binnenspouwblad.
Spouwmuur
Een muur gemaakt om vocht doorslag van buiten naar binnen te voorkomen door tussen het binnen-en buitenblad een open ruimte te houden.
Sprinklerinstallatie
een vast aangebrachte brandblusinstallatie om een beginnende brand te detecteren, te signaleren en te beheersen dan wel te blussen. De installatie maakt gebruikt van sproeikoppen (sprinklers) aan het dak of plafond die bij een bepaalde temperatuur water gaan sproeien.
Spuitbeton
Betonmengsel dat met perslucht op een ondergrond wordt gespoten en daarbij tegelijk wordt verdicht.
Spuiventilatie
Ventilatie bedoeld om in een korte tijd grote hoeveelheden vervuilde lucht in een bouwwerk af te voeren naar buiten.
Spuwer
Uitmonding van een goot, een verlaatbak of een waterbekken. In de middeleeuwen gaf men de ver uitstekende spuwers graag de vorm van een dierlijk of diabolisch monster, later omgaf met de uitlaat liefst met een leeuwenmasker.
Staalvezelbeton
Beton waarbij de samenhang en de buigtaaiheid is verbeterd door het toepassen van staalvezels .
Stadsuitloop
een enigszins schuin lopend verbindingsstuk tussen een dak en de hwa.
Stal
Ruimte bedoeld voor het huisvesten van dieren.
Stalen buispaal
Een heipaal die wordt opgebouwd uit segmenten van stalen buizen die door middel van draaien of wrikken in combinatie met pulsen op diepte wordt gebracht. De paal wordt gevuld met ihw gewapend beton.
Stalen pijpen
Pijp voor het transporteren van een medium uitgevoerd in staal.
Stallingsruimte
Een (buiten-)ruimte voor het stallen van auto’s of fietsen.
Stand-by verlichting
Verlichting die bij netuitval met minimale verlichting het doorgaan, dan wel beëindigen van normale activiteiten en processen mogelijk maken.
Stansmachine
Een machine waarmee een relief in een metaal kan worden aangebracht of patronen uit een plaat kunnen worden gestansd.
Steek
Een ononderbroken opeenvolging van ten minste drie treden bij een rechte trap.
Steekbeitel
Gereedschap met een scherp gesplepen zijde voor het uitsteken van kepen en afwerken van kleine vlakken in hout.
Steekguts
Een steekbeitel met gebogen blad waarbij de vouw aan de holle zijde is geslepen.
Steekkap
Klein gewelf of kapconstructie dat in een groter gewelf of kap insnijdt.
Steekmaat
De afstand tussen het hart van het krukgat tot het hart van het cilindergat.
Steektrap
Rechte trap zonder draaiing.
Steelpakking
zie: leertje
Steengroeve
zie: bouwgroeve
Steenwol
Mineraal wolachtigmateriaal dat wordt toegepast als (thermisch) isolatiemateriaal.
Steiger
Aanleg- landingssteiger: een paar of een reeks geschoorde jukken die een plankier boven het water dragen en van wrijfhouten (tegen aanvaring) zijn voorzien.
Steigerwerk
Bouwstelling, stellage voor een werk in aanbouw geplaatst naar gelang dit hoger wordt opgetrokken om een goede werkruimte te creëren voor de benodigde werkzaamheden.
Steklaag
De laag stenen in een metselwerk gevel die met de lange zijde zichtbaar is.
Stelconplaat
Grote grote vierkante gewapend betonnen plaat met stalen rand t.b.v. weg- of erfverarding.
Stelkozijn
Raamwerk dat tijdens het metselen in de muuropening wordt aangebracht waartegen het motagekozijn wordt bevestigd.
Stelpost
Onderdeel van de begroting dat nog niet exact vastgesteld kan worden, maar wel geschat. Bijvoorbeeld de nog niet definitief uitgekozen keuken.
Stempel
Balk of schoorhout tussen twee overstaande wanden of dammen om te verhinderen dat deze naar elkaar toe wijken.
Stempelperssteen
Strakke baksteen die gevormd wordt door klei machinaal in stalen bakken te persen.
Stenen vloer
zie: bestrating
Stergewelf
Gewelf in de vorm van een ster.
Stergoot
Stalen verzinkte en gecoate mastgoot uit Zweden.
Sterkteklassen
De sterkteklasse wordt aangeduid met de letter C (van concrete) gevolgd door twee getallen. Het eerste getal staat voor de karakteristieke cilinderdruksterkte, het tweede getal staat voor de karakteristieke kubusdruksterkte.
Steunbeer
Ver uitstekende muurdam of verzwaring om horizontale krachten te verdelen in het metselwerk.
Steunpijlers
Een paal waarop een constructie rust.
Stoep
zie: bestrating
Stolpdeur
Een deur bestaande uit twee te openen deuren naast elkaar zonder kozijn in het midden. Een stopdeur staat beter bekend als openslaande deuren.
Stolpraam
Een raam met twee vleugels. Wannneer ze allebei open staan heeft men geen middenstijl. Handig bij het verhuizen.
Stompe deur
Een deur die geheel in de sponning van het kozijn valt.
Stookkosten
De verwarmingskosten van een bepaalde ruimte of een geheel gebouw.
Stooktoestel
Een apparaat voor verwarming
Stoomreiniging
Door middel van een hogedrukreiniger of stoomreiniger stoom creëren die door het gebruik van een speciale sproeikop gebruikt wordt om gevels te reinigen.
Stootbord
Het verticale vlak tussen twee treden waarmee een trap wordt gesloten.
Stootvoeg
De verticale voeg bij metselwerk.
Stootvoeg
Verticale voeg tussen twee metselstenen in muurwerk.
Stoppasta
pasta die na kneden soepel wordt en waarmee ruiten kunnen worden vastgezet in een sponning. Na uitharding wordt de pasta hard, de pasta kan allen worden gebruikt voor enkel glas omdat het folies in dubbelglas kan onthechten.
Stopverf
Deeg van krijt en lijnolie.
Stopverf
Zie: stoppasta
Straalgewelf
Gewelf boven een veelhoekig vlak.
Straalkapel
Kapel aangebouwd aan het koor of de kooromgang van een kerk.
Stralingswarmte
Infrarood stralen die worden uitgezonden en zonder hulp van lucht of tocht alle objecten verwarmen in een ruimte. Dit kunnen verblijven, personen en materialen zijn.
Strekmetaal
een rooster gemaakt door sneden te maken in een metalen plaat en deze vervolgens uit te rekken.
Strengperssteen
Baksteen die met een strengpersmachine wordt gemaakt. Zeer strakke steen.
Strijkbalk
Balk die in de lengte tegen een muur aan ligt.
Structural glazing
Volledig glazen wand die wordt bevestigd aan een achterliggende constructie.
Structuurontwerp
Het ontwerp waarin de hoofdlijnen van het bouwwerk zijn gegeven, zoals functiegebieden en de hoofddraagconstructie met bijbehorende hoofdmaten.
Structuur-ontwerpbegroting
Begroting die in de fase van het structuurontwerp van het bouwproces wordt gemaakt.
Stubby
Kleine schroevendraaier.
Stucadoren
Stucwerk maken. Foutief voor alle pleisteren gebruikt.
Studio
eenkamperappartement
Stylobaat
De vloer waarop bijvoorbeeld zuilen geplaatst worden.
Surfacer
Het glad maken van een oppervlak.
Suskast
Een ventilatievoorziening in de gevel die nauwelijks geluid doorlaat.
Systeemwanden
Lichte demontabele wand die wordt gebruikt voor het maken van kamers in een op en (kantoor)ruimte.
Taatsraam
Een raam waarbij de scharnieren aan de onder- en bovendorpel zijn bevestigd zodat een deel van het raam naar binnen en een deel naar buiten draait.
Talud
Schuin aflopend (natuurlijke) ruimte.
Tamboer
Ringvormige of veelhoekige onderbouw waarop een koepel rust.
Tamponneren
Nog natte verf met de kwast bekloppen voor het verkrijgen van effecten.
Tand
invalsponning
Tap
invalsponning
Taxateur
Natuurlijk persoon, maatschap, vennootschap of rechtspersoon die bevoegd is tot het maken van een waardebepaling van een object.
TBB (Totaal Bruto Bebouwd)
De oppervlakte binnen de buitenomtrek van een gebouw ter hoogte van het maaiveld, voor zover deze oppervlakte binnen de terreinoppervlakte is gelegen. Exclusief ondergeschikte bouwdelen kleiner dan 4 m².
Te lood
Honderd procent recht.
Technische ruimte
Ruimte voor het plaatsen van de apparatuur, noodzakelijk voor het functioneren van een gebouw, waaronder in elk geval begrepen een meterruimte, een liftmachineruimte en een stookruimte.
Technische ruimte
Een besloten ruimte, bestemd voor de plaatsing van de voor het functioneren van een gebouw noodzakelijke apparatuur.
Teerlingkapiteel
Een type kapiteel.
Tegeldrager
Een drager van een tegel om de tegels te stellen of ruimte onder de tegels te creëren.
Tegelzetten
zie: betegelen
Tektonisch kapiteel
Een type kapiteel.
Tellurische stroom
Zie: aardstroom
Tengel
Houten lat, van 10 x 50 mm tot 22 x 75 mm, veelal gebruikt om bij een beschoten dak de panlatten op te spijkeren.
Tentdak
Dak bestaande uit vier vlakken die in één punt samenkomen.
Terracotta
Ongeglazuurd aardewerk.
Terras
Het terras is een zitplek die open of overdekt geplaatst is in de tuin. Het terras is altijd voorzien van een harde ondergrond, dus geen gras of zand maar gebruik van steen of hout.
Terrazzo
Kleurige afwerklaag van bijvoorbeeld vloeren, trappen en wanden. Terrazzo is een (eventueel gekleurde) cementlaag waarin stukjes marmer of natuursteen zijn gedrukt.
Terreininfra(structuur)
Ondergrondse en bovengrondse afwerking van het terrein zodat het mogelijk wordt om het terrein voor een bepaalde functie te gebruiken. Bij ondergrondse infrastructuur wordt hier vooral begrepen: kabels en leidingen, riolering e.d. Bovengrondse infrastructuur wordt inbegrepen: verlichting, rijwegen en trottoirs.
Terreininrichting
Kosten voor de inrichting van het terrein, zoals bestrating, terreinverlichting en hekwerken.
Terugslagklep
(Terugslagventiel) Een ventiel dat wordt gebruikt om water, vloeistof, granulaat, poeder of gas in één richting door te laten.
Theodoliet
Hoekmeetinstrument uit de landmeetkunde (vergelijkbaar met een moderne waterpas).
Thermisch glas
Glas met een hoge warmte-isolatiewaarde.
Thermisch voorgespannen glas
Glas dat een specifieke thermische behandeling heeft ondergaan, waardoor het aanzienlijk beter bestand is tegen belasting van mechanische of thermische aard.
Thermische massa van beton
Het vermogen van een betonconstructie of constructiedeel om energie in de vorm van warmte op te slaan.
Thermische schok
Een grote temperatuursafwijking tussen twee dichtbijgelegen zones, in een beglazing kan breuk veroorzaken.Deze wordt meestal breuk door thermische schok genoemd.
Thermostaat
Een voor temperatuur gevoelig schakelaar voor het regelen van de temperatuur in een bepaalde ruimte.
Tierceron
Rib in een gotisch gewelf tussen gordel- en kruisribben.
Tijdelijke keuken
Een tijdelijke keukenoplossing om tijdens een verbouwing, uitbreiding of renovatie te zorgen voor de continuïteit van een ongestoorde maaltijdvoorziening.
Timmermanspotlood
Potlood is voorzien van een rechthoekige stiftdoorsnede welke met een beitel en of schuurpapier kan worden geslepen.
Timpaan
Het stuk tussen een boog en de koppelbalk van een deur of raam, gewoonlijk van reliëfwerk voorzien.
Timpaan (ook tympaan)
Driehoekige gevelplaat, vaak op zuilen geplaatst of boven vensters.
Tinne
Zie: borstwering
TL balk
tube luminescent (lichtgevende buis), in de volksmond aangeduid als TL-balk. Een lamp die licht geeft door het oplichten van een fluorescerende laag onder invloed van ultraviolette stralen die opgewekt worden door gasontlading in de lamp.
Toegang van een gebruiksfunctie
Toegang tot het aansluitende terrein, een gemeenschappelijke verkeersruimte, een gemeenschappelijk verblijfsgebied of een ruimte van een andere gebruiksfunctie, ter plaatse waarvan een route begint die uitsluitend door niet-gemeenschappelijke ruimten van de gebruiksfunctie naar een punt in een niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied voert.
Toegankelijkheidssector
Dedeelte van een gebouw dat mede toegankelijk is voor rolstoelgebruikers.
Toeslagmateriaal
Toeslagmateriaal vult ongeveer 75% van het betonvolume. Dit betekent ook dat de eigenschappen van toeslagmateriaal vergaand bepalend zijn voor de eigenschappen van het ermee vervaardigde beton.
Toffelzaag
Verfijnde kapzaag voor het zeer fijne zaagwerk van hout en kunststof.
Toiletruimte
Ruimte waar het toilet zich bevindt.
Toiletruimte
Een ruimte waarin zich een toiletpot bevindt die is aangesloten op aan- en afvoervoorzieningen voor water.
Tondak
Een type schaaldak met rondgebogen dakvlak.
Tongewelf
Bepaalde tunnelvormige gewelven waarbij met name de boogvorm over de gehele lengte hetzelfde is.
Tonggewelf
Een half cilindervormig dak met achtereenvolgende bogen.
Tonmolen
Zie: schroef van Archimedes
Toot
Scherpe punt als gevolg van niet complete cirkels in maaswerk van sierlijke vensters.
Tootboog
Een boogconstructie met toten.
Topkoeling
Luchtbehandelingssysteem waarbij verse lucht enkele graden gekoeld ingeblazen kan worden.
Torendak
Een tentdak maar dan met een steile dakhelling en 4, 6, of 8 dakvlakken.
Torx
Een type schroef.
Toscaanse orde
Uit de Romeinse bouwkunst afkomstige orde, te herkennen aan het gebruik van gladde zuilen.
Total-stations
Geavanceerde meetsysteem voor uw landmeetkundige werkzaamheden.
Tracering
Decoratieve vulling van bijvoorbeeld een Gotisch venster, kan zijn uitgevoerd in metselwerk of in natuursteen, ook genoemd maaswerk.
Tramhokje
Zie: abri
Transept
Dwarsschip van een kerk met kruisvormig grondplan.
Transept
Dwarsschip, dwarspand van bijvoorbeeld een kerk.
Transeptsluiting
Het uiteinde van de beide dwarsarmen van het transept.
Transformator
Een statisch elektrisch apparaat, bestaande uit magnetisch gekoppelde spoelen voor het omzetten van een wisselspanning.
Trapboom
Deel van de trap waarin de traptreden vastliggen.
Trappen
De verzameling van trappen zowel binnen als buiten het gebouw inclusief de bijbehorende bordessen, met als karakteristieke functie het overbruggen van een hoogteverschil
Trappenhuis
Verkeersruimte, waarin een trap ligt.
Trapportaal
De open ruimte, overloop of gang bedoeld waarop de deuren naar de trap uitkomen.
Traskraamklinker
Oude indelingsklasse naar graad van doorbakkenheid van de baksteen. Harde steen die geen water opzuigt. Steen wordt tegenwoordig aangeduid met B4.
Travee
Ruimte-eenheid, die beantwoordt aan één venster, boog of gewelf.
Trekhei
zie: Schoffeye
Trekpaal
Een in de grond aangebrachte funceringspaal die op trek wordt belast.
Treksterkte
De spanning waarbij een materiaal bezwijkt onder trekbelasting, uitgedrukt in N/mm².
Trifora
Venster gescheiden in drie delen.
Triforium
Gang, uitgespaard in de dikte van de muur boven de arcade met bogen geopend naar het schip.
Triforium
Loopgang tussen de scheibogen en de vensters van de hoofdbeuk.
Trillingsonderzoek
Het akoestisch doormeten van een betonpaal om de draagkracht te controleren.
Trilnaald
Een machine met een trillende naald die in het natte beton dient te worden gehouden om luchtbellen uit het pas gestorte beton te verwijderen en om het beton te verdichten.
Trimroller
kleine verfroller voor kleine of moeilijk bereikbare vlakken
Triomfboog
Boog tussen het schip of de viering van een kerk en het koorgedeelte.
Triplex
Hout in platen, gevormd door het kruiselings op elkaar lijmen van drie dunne lagen waardoor het niet kromtrekt of krimpt
Troffel
Metselgereedschap waarmee specie wordt aangebracht.
Trottoir
zie: bestrating
Trullo
Zuid-Italiaans bouwwerk met kegelvormig dak.
Trumeau
Stenen post in het midden van een ingang ter ondersteuning van een timpaan.
Tuibrug
Vaste brug waarbij tuien tussen het brugdek en een pyloon zijn bevestigd.
Tuimelraam
Raam waarvan het bovenste deel naar binnen het onderste deel naar buiten draait, en waarvan de draaipunten in de zijstijlen zitten.
Tuininrichting
Het gedeelte van het terrein dat wordt ingericht als tuin. Bij grondgebonden woningen gaan we in de prijs ervan uit dat de inrichting van de tuin door de uiteindelijke gebruiker gedaan wordt.
Tunnelgietbouw
Bouwmethode waarbij met behulp van tunnelvormige betonbekisting twee wanden en de tussenliggende verdiepingsvloer in één stort kunnen worden gemaakt.
Tussen de fasen
Een electrisch apparaat dat wordt aangesloten tussen de fase ipv tussen de fase en de nul-draad.
Tweesnuit
Motief van twee visblazen in een cirkel.
Type / Type bouwwerk
Kenmerkende voorbeeld van een gebouw met een bepaalde functie en vorm waarmee een nieuw bouwwerk vergeleken worden kan.
Typologie
Leer van de indeling van gebouwen in soorten met gemeenschappelijke eigenschappen